Zodra de bediende overeenkomstig dit artikel aan de werkgever de nodige externe elementen voor de berekening van de dienstgraad heeft bekendgemaakt, bepalen partijen in onderling overleg schriftelijk de datum vanaf dewelke de anciënniteit, bedoeld in artikel 5 hiervoor, begint te lopen.
Dès que l'employé aura, conformément à cet article, communiqué à l'employeur les éléments externes nécessaires pour le calcul du grade, les parties conviendront mutuellement et par écrit de la date à partir de laquelle l'ancienneté, visée à l'article 5 ci-avant, commencera à courir.