B. overwegende dat na de afzetting van President Viktor Janoekovitsj op 21 februari 2014 de mensen in het zuid-oostelijke gebieden van de Oekraïne tegen de nieuwe regering te hoop liepen; overwegende dat halverwege maart in meerdere steden, met name in Donetsk en Loegansk, overheidsgebouwen werden ingenomen door gewapende groepen die zichzelf aanvankelijk als ‘zelfverdedigingseenheden’ betitelden; overwegende dat de eisen die deze groepen stellen, gaan van omvorming van Oekraïne in een federatie tot losmaking van hun regio's van de rest van het land, om deze bij Rusland te voegen;
B. considérant que dans plusieurs villes de l'est de l'Ukraine, après la destitution du président Viktor Yanukovych le 21 février 2014, la population des régions du sud-est de l'Ukraine a manifesté contre le nouveau gouvernement; considérant qu'à la mi-mars, des groupes armés, se désignant initialement comme des "forces d'autodéfense", ont saisi et occupé des bâtiments administratifs dans plusieurs villes, notamment Donetsk et Luhansk; considérant que leurs revendications allaient de la fédéralisation de l'Ukraine à la séparation des régions qu'ils occupent du reste de l'Ukraine, en passant par le rattachement à la Russie;
