Hierbij worden de volgende diersoorten onderscheiden: a) rundvee; b) varkens; c) pluimvee; d) paarden; e) andere; 3° gemiddelde veebezetting: het gemiddeld aantal dieren dat op jaarbasis aanwezig is; 4° GVE: grootvee-eenheid: een landbouwkundige omrekeningsfactor voor dieren.
On y distingue les espèces animales suivantes : a) bovins ; b) porcs ; c) volaille ; d) chevaux ; e) autres ; 3° densité moyenne du bétail : le nombre moyen d'animaux présents sur base annuelle ; 4° UGB : unité de gros bétail : un facteur de conversion agricole pour les animaux.