28. Has decided to enter an appropriate amount for the Association of Former Members of the European Parliament to enable it to take up activities after its establishment; is of the opinion, however, that, as a recipient of a grant from Parliament's budget, the Association is subject to the same obligations as the political groups, for instance, as regards proper account-keeping, rendering of accounts, control and transparency, and therefore instructs its Bureau t
o adopt appropriate rules; furthermore expects the Association, should it seek regular part-funding from Parliament's budget, to forward to the budgetary authority each year,
...[+++]in good time, details of its planned activities, its draft budget and the balance sheet for the previous financial year; further expects any use of Parliament's facilities by the Association, in particular rooms and interpretation, not to result in additional costs to the budget; states that this means that, should facilities be used at Parliament's working places, either the corresponding sum will be set off against the grant to the Association or the political groups must voluntarily make available facilities to the Association from their own respective quotas; 28. heeft besloten een passend bedrag toe te wijzen aan de Vereniging van oud-leden van het Europees Parlement, om deze vereniging na te zijn opgericht in staat te stellen met haar werkzaamheden te beginnen; is echter van mening dat de vereniging als ontvanger van een subsidie van de begroting van het Europees Parlement dezelfde plichten heeft op het gebied van goede boekhouding, rekeningsysteem, controle en transparantie als bijvoorbeeld de fracties, en verzoekt daarom zijn Bureau dienovereenkomstige regels vast te stellen; verwacht verder dat de vereniging, indien zij regelmatig medefinanciering van de begroting van het Parlement wenst te ontvangen, de begrotingsautoriteit jaarlijks in een vroeg stadium een overzicht van haar geplande w
...[+++]erkzaamheden en een ontwerpbegroting doet toekomen, alsmede een jaarrekening over het voorgaande begrotingsjaar; is bovendien van mening dat de eventuele gebruikmaking door de vereniging van voorzieningen van het Parlement, in het bijzonder zalen en vertolking, niet tot extra kosten voor de begroting mag leiden; wijst erop dat dit inhoudt dat in het geval van gebruikmaking van voorzieningen van het Parlement in de werklocaties van het Parlement ofwel het betreffende bedrag wordt afgetrokken van de subsidie aan de vereniging ofwel de voorzieningen door de fracties namens de vereniging vrijwillig uit hun betreffende begrotingen betaald moeten worden;