Subject to the professional judgement of the pathologist and the kind of alterations observed, other stains may be considered appropriate to identify and characterise particular types of alterations (e.g. glial fibrillary acidic protein (GFAP) or lectin histochemistry to assess glial and microglial alterations (72), fluoro-jade to detect necrosis (73)(74), or silver stains specific for neural degeneration (75)).
Afhankelijk van het professionele oordeel van de patholoog en de soort veranderingen dat wordt waargenomen, kunnen andere kleuringen worden beschouwd als geschikt voor de identificatie en karakterisering van bepaalde typen veranderingen (bv. glia fibrillair zuur eiwit (glial fibrillary acidic protein, GFAP) of lectinehistochemie om veranderingen in het glia en microglia te beoordelen (72), fluoro-jade om necrose te detecteren (73)(74), of voor neurodegeneratie specifieke zilverkleuringen (75)).