Several interested parties claimed that because the anti-dumping measures imposed in the past allegedly did not have the expected remedial effect on the Community industry, the institutions decided to let the anti-dumping measures lapse in 2001, see recital 129 of Commission Decision 2001/230/EC of 21 February 2001 terminating the anti-dumping proceeding concerning imports of ferro-silicon originating in Brazil, the People’s Republic of China, Kazakhstan, Russia, Ukraine and Venezuela (5).
Diverse belanghebbenden voerden aan dat omdat in het verleden ingestelde antidumpingmaatregelen niet het gewenste heilzame effect voor de bedrijfstak van de Gemeenschap hadden gehad, de instellingen in 2001 besloten die antidumpingmaatregelen te laten vervallen (zie overweging 129 van Besluit 2001/230/EG van de Commissie van 21 februari 2001 tot beëindiging van de antidumpingprocedure met betrekking tot de invoer van ferrosilicium uit Brazilië, de Volksrepubliek China, Kazachstan, Rusland, Oekraïne en Venezuela (5)).