15. Stresses the need for a set of indicators gauging non-fiscal external and internal macroeconomic developments which, under certain circumstances, can have a bearing on public finances, and notes that such a set of indicators could include the current account balance, net foreign asset positions, productivity and unit labour costs, the real effective exchange rate, private-sector credit and asset prices;
15. benadrukt de noodzaak van een reeks indicatoren voor het meten van non-fiscale externe en interne macro-economische ontwikkelingen die, onder bepaalde omstandigheden, van invloed kunnen zijn op de overheidsfinanciën, en merkt op dat zo'n reeks indicatoren elementen kan omvatten als de balans van de lopende rekening, netto valutareserves, productiviteit en arbeidskosten per geproduceerde eenheid, de werkelijke effectieve wisselkoers, de kredietpositie van de particuliere sector en het prijsniveau van activa;