Finally, in the case of an endangered breed or an autochthonous breed not commonly found in one or more of the territories of the Union, a competent authority should also be allowed to refuse the approval of a further breeding programme for the same breed on the grounds that that further breeding programme would impede the effective implementation of the existing breeding programme, in particular due to a lack of coordination, or exchange, of genealogical and zootechnical information resulting in a failure to benefit from the common evaluation of data collected on that breed.
Tot slot moet een bevoegde autoriteit voor een met uitsterven bedreigd ras of een inheems ras dat niet overal voorkomt in een of meer regio's van de Unie de goedkeuring van nog een fokprogramma voor hetzelfde ras kunnen weigeren op grond van het feit dat dat andere fokprogramma de doeltreffende tenuitvoerlegging van het bestaande fokprogramma zou verhinderen, met name wegens gebrek aan coördinatie of aan uitwisseling van genealogische en zoötechnische informatie die resulteert in het ontbreken van voordelen die met een gemeenschappelijke evaluatie van over dat ras verzamelde gegevens zouden kunnen worden behaald.