When equipment is not providing a main function, and other energy-using product(s) are not dependent on its functions, the power management function shall switch equipment after the shortest possible period of time appropriate for the intended use of the equipment, automatically into a condition having networked standby.
Wanneer het apparaat zijn hoofdfunctie niet uitvoert en wanneer de functies ervan niet noodzakelijk zijn voor een ander energieverbruikend product of andere energieverbruikende producten, schakelt de stroombeheerfunctie het apparaat na een minimale, met de gebruiksbestemming ervan overeenstemmende tijd automatisch over naar een toestand waarin netwerkgebonden stand-by beschikbaar is.