To achieve this, a lower protein feed (15-18 % protein with essential Fatty Acids including Lysine) supplemented as necessary with fruit and vegetables, sugarbeet pulp etc. is fed from weaning to finishing in such a managed way so as to avoid excessive backfat levels.
Daartoe worden de dieren vanaf het spenen tot ze slachtrijp zijn, op zodanige wijze gevoederd met voeder met een lager eiwitgehalte (15 à 18 % eiwitten met essentiële vetzuren, waaronder lysine), al dan niet aangevuld met fruit en groenten, bietsuikerpulp enz., dat ze geen buitensporig rugvet ontwikkelen.