32. Recalls the results of the survey conducted by the Commission (Consumer Empowerment in the EU – SEC(2011)0469), according to which 18 % of European citizens do
not understand the ‘best before’ label; asks the Commission and the Member States, therefore, to clarify the meaning of the date labels (‘best
before’, ‘expiry date’ and ‘use by’) in order to reduce consumers’ uncertainty regarding food edibility and to disseminate accurate information to the public, notably the understanding that the minimum durability ‘best
before’ date is related to quality, while the ‘use by’
...[+++]date is related to safety, in order to help consumers make informed choices; urges the Commission to publish a user-friendly manual on the use of food close to expiry dates, while ensuring food safety in donation and animal feed, and building on best practices by stakeholders in the food supply chain, in order, for instance, to match supply and demand more quickly and effectively; 32. verwijst naar de bevindingen van de enquête van de Commissie (Consumer Empowerment in the EU - SEC(2011)469) volgens welke 18% van de ondervraagde Europese burgers de vermelding "ten minste houdbaar tot" niet begrijpt; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten meer duidelijkheid te creëren omtrent de betekenis van de data op de etiketten ("ten minste houdbaar tot", "houdbaarheidsdatum" en "te gebruiken tot") enerzijds om de onzekerheid van de consument over de geschiktheid voor consumptie van levensmiddelen uit de weg te ruimen en anderzijds om het publiek te voorzien van nauwkeurige informatie, in casu over het feit dat de minimale houdbaarheidsdatum "ten minste houdbaar tot" verband houdt met de kwaliteit terwijl "te gebruiken tot
...[+++]" slaat op de voedselveiligheid, om op die manier de consumenten te helpen om met kennis van zaken een keuze te maken; dringt er bij de Commissie op aan een gebruikersvriendelijke handleiding op te stellen over het gebruik van levensmiddelen waarvan de uiterste houdbaarheidsdatum bijna is verstreken, waardoor de veiligheid van gedoneerde of voor diervoeding bestemde levensmiddelen kan worden gewaarborgd, en daarbij voort te bouwen op de beste praktijken onder de actoren binnen de voedselvoorzieningsketen, bijvoorbeeld om vraag en aanbod sneller en effectiever op elkaar te kunnen afstemmen;