(ii)passengers on flights from or to third countries with more than one stop-over on the territory of the Member States where there is no change of aircraft (transit passengers), and provided that passengers cannot board the aircraft for the leg situated within the territory of the Member States, shall be subject to an entry check at the airport of arrival and an exit check at the airport of departure.
ii)passagiers van vluchten uit of naar derde landen met verschillende tussenlandingen op het grondgebied van de lidstaten zonder verandering van luchtvaartuig (transitpassagiers), waarbij voor het vluchtgedeelte over het grondgebied van de lidstaten geen nieuwe passagiers aan boord worden genomen, worden op de luchthaven van bestemming aan een inreiscontrole en op de luchthaven van inscheping aan een uitreiscontrole onderworpen.