‘appliances’ means appliances burning gaseous fuels used for cooking, heating, hot water production, refrigeration, lighting or washing and having, where applicable, a normal water temperature not exceeding 105 °C.
a) „toestellen”: gastoestellen die worden gebruikt voor koken, verwarmen, warmwaterproductie, koeling, verlichting of wassen, en die, indien van toepassing, een normale watertemperatuur van ten hoogste 105 °C hebben.