4. Recognises the fact that there are wide differences among European universities, with regard to their size, resources, disciplines, organisation, nationality and type; believes, however, that each of them could benefit in its own way from national and cross-border collaboration with the business community, provided that there is a clear awareness of the actual context in which their research and education capacities are developed; takes the view that a major contribution is also being made at regional level to boost collaboration between universities and the business community;
4. is zich ervan bewust dat er grote verschillen bestaan tussen Europese universiteiten wat betreft grootte, middelen, disciplines, opzet, nationaliteit en type; is echter van mening dat alle universiteiten op een bepaalde manier baat kunnen hebben bij nationale en grensoverschrijdende samenwerking met het bedrijfsleven, op voorwaarde dat er een duidelijk besef is van de werkelijke context waarin hun onderzoeks- en onderwijscapaciteiten worden ontwikkeld; is van mening dat ook op het regionale niveau een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan een nauwere samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven;