2. Member States shall provide the persons referred to in paragraph 1 with a written confirmation in accordance with national legislation that the period for voluntary departure has been extended in accordance with Article 7(2) or that the return decision will temporarily not be enforced.
2. De in lid 1 bedoelde personen ontvangen van de lidstaten schriftelijk de bevestiging, overeenkomstig de nationale wetgeving, dat de termijn voor vrijwillig vertrek overeenkomstig artikel 7, lid 2, is verlengd, of dat het terugkeerbesluit voorlopig niet zal worden uitgevoerd.