33. Believes it essential for EU Member States to increase their naval aviation intervention capabilities based on the aircraft carriers possessed by four of them, in view of the importance of sea communications for the Union's trade and the scope they offer for performing Petersberg tasks, as the operations over former Yugoslavia have shown; calls on the Member States concerned, when replacing their aircraft carriers, to seek to achieve interoperability with a view to having available, in case of need, a homogeneous naval aviation intervention force;
33. acht het onontbeerlijk dat de EU-lidstaten een marineluchtvaartinterventiemacht ontwikkelen die gebaseerd is op de vliegdekschepen die vier lidstaten bezitten, gezien het belang van zeevaartroutes voor de handel van de Unie en de mogelijkheden die vliegdekschepen bieden voor de uitvoering van Petersbergtaken, zoals de operaties boven het voormalige Joegoslavië hebben aangetoond; verzoekt de betrokken lidstaten om bij de vervanging van hun vliegdekschepen naar interoperabiliteit te streven om over een coherente marineluchtvaartinterventiemacht te kunnen beschikken als daaraan behoefte is;