6. Member States shall establish or adapt certification programmes on the basis of the minimum requirements referred to in paragraph 5 for undertakings carrying out installation, servicing, maintenance, repair or decommissioning of the equipment listed in points (a) to (d) of Article 4(2) for other parties.
6. De lidstaten stellen certificeringsprogramma’s vast of passen deze aan op basis van de in lid 5 bedoelde minimumvoorschriften, voor ondernemingen die voor derden de in artikel 4, lid 2, onder a) tot en met d), bedoelde apparatuur installeren, servicen, onderhouden, repareren of buiten dienst stellen.