3.3.5. Unless otherwise monitored, any other electronic powertrain component connected to a computer relevant for environmental performance and/or functional safety, including any relevant sensors to enable monitoring functions to be carried out, shall be monitored for electric/electronic circuit failures.
3.3.5. Tenzij anders bewaakt, moeten andere onderdelen van de elektrische aandrijflijn die op een computer zijn aangesloten en die relevant zijn voor de milieuprestaties en/of functionele veiligheid, met inbegrip van eventuele sensoren die het vervullen van bewakingsfuncties mogelijk maken, worden bewaakt wat elektrische of elektronische storingen betreft.