While most Europeans are non-geographically mobile (0.1% changed their official residence between two European countries in 2000, (LSF, Eurostat)) they do enter into more flexible forms of employment mobility, such as cross-border commuting in frontier zones, long-distance commuting and temporary migration.
Hoewel de meeste Europeanen niet geografisch mobiel zijn (volgens de Arbeidskrachtenenquête van Eurostat verhuisde slechts 0,1% in 2000 van het ene naar het andere Europese land), doen zij wel aan meer flexibele vormen van arbeidsmobiliteit, zoals het pendelen tussen grensgebieden, pendelen over lange afstanden en tijdelijke migratie.