(10) The United Nations Convention on Biological Diversity (‘the Convention’), to which the Union is party pursuant to Council Decision 93/626/EEC , requires assessment, as far as possible and as appropriate, of the significant adverse effects of projects on biological diversity, which is defined in Article 2 of the Convention, with a view to avoiding or minimising such effects.
(10) Op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake biologische diversiteit (het verdrag), waarbij de Unie op grond van Besluit 93/626/EEG van de Raad partij is, moeten aanzienlijke nadelige effecten van projecten op de biodiversiteit, als gedefinieerd in artikel 2 van het verdrag, voor zover mogelijk en op passende wijze worden beoordeeld teneinde die effecten te vermijden of te minimaliseren.