Criteria included European added value, policy relevance within the context of the Commission's strategy 2000-2005 [5], customer orientation, science quality, networking and managerial efficiency (e.g. methods to determine priorities, allocate resources and monitor implementation).
Tot de criteria behoorden: Europese toegevoegde waarde, beleidsrelevantie in het kader van de strategie van de Commissie voor 2000-2005 [5], klantgerichtheid, wetenschappelijke kwaliteit, netwerken en efficiëntie van het management (bv. methoden om prioriteiten te bepalen, middelen toe te wijzen en de uitvoering te monitoren).