Third, a mutual borrowing facility allows a DGS in need to borrow from all other DGSs in the EU, which, altogether, must, if needed, lend to the DGS a maximum of 0.5 % of its eligible deposits in need on short notice, proportionate to the amount of eligible deposits in each country.
In derde instantie kan een DGS die in moeilijkheden verkeert, dankzij een wederzijdse leenfaciliteit lenen van alle andere DGS in de EU, die samen, indien nodig, het DGS op korte termijn maximaal 0,5% mogen lenen van zijn in aanmerking komende deposito's die problemen opleveren, naar rata van het bedrag aan in aanmerking komende deposito's in elk land.