16. Believes that CSR has to include social measures encompassing vocational training, work-life balance and appropriate working conditions; restates
its belief in the ‘business case’ for CSR, but reiterates that, where such a
case does not apply in the short term in any given situation or company, it can never be used as an excuse for acting irresponsibly and in an antisocial manner; believes that sufficient research exists to prove the ’business
case’, and that the priority should be the dissemination of that research; calls for new research on CSR to be devoted to asses
...[+++]sing the cumulative impact of CSR-related changes in business behaviour on efforts to deal with overall European and global challenges such as carbon emissions, water acidification, extreme poverty, child labour and inequality, and for the lessons learnt to be fed into Europe’s future input in developing global CSR initiatives; 16. is van mening dat MVO ook sociale maatregelen mo
et omvatten die met name gericht zijn op beroepsopleidingen, de combinatie van werk en gezin, en aangepaste arbeidsomstandigheden; herhaalt te geloven in economische argumenten voor MVO, maar wijst er opnieuw op dat wanneer deze argumenten niet op korte termijn van toepassing zijn op een situatie of bedrijf, ze niet als excuus kunnen worden aangewend voor asociaal en onverantwoord handelen; is van mening dat er voldoende bestaand onderzoeksmateriaal is om de economische argumenten te staven en dat verspreiding van dat onderzoeksmateriaal prioriteit moet krijgen; dringt erop aan dat n
...[+++]ieuw onderzoek naar MVO wordt gewijd aan het beoordelen van de cumulatieve effecten van dankzij MVO gewijzigd gedrag van bedrijven bij de aanpak van algemene Europese en wereldwijde uitdagingen zoals koolstofemissies, waterverzuring, extreme armoede, kinderarbeid of ongelijkheid, en benadrukt dat de getrokken lessen moeten worden meegenomen in de toekomstige bijdragen van Europa aan de ontwikkeling van wereldwijde MVO-initiatieven;