165. Welcomes the establishment of human rights dialogues with each of the Central Asian states – Tajikistan, Kazakhstan, Kyrgyzstan, Turkmenistan and Uzbekistan – a
nd the holding of a second dialogue in each case up to November 2009; welcomes in addition the first EU-Uzbek civil society seminar on human rights dialogue in October 2008; regrets that the EU-China human rights dialogues have consistently failed to deliver any improvements as regards specific human right
s abuses in China; points out that, despite some steps taken by t
...[+++]he Chinese authorities in the right direction (labour reform, Supreme People's Court review of death sentences), the human rights situation continues to deteriorate and is marked by widening social unrest and tightening of the control and repression of human rights defenders, lawyers, bloggers, and social activists, as well as by targeted policies aimed at marginalizing Tibetans and their cultural identity; is deeply concerned about the lack of progress of the Sino-Tibetan dialogue; is deeply concerned about the deteriorating human rights situation of the Uighur population in China, condemns its longstanding oppression in East Turkestan and deplores the non-adherence of the Chinese authorities to the safeguards of freedoms including those of expression, demonstration, assembly, religion and person contained within the constitution of the People's Republic of China; also deplores the population transfer policy of the People's Republic of China, which is intended to dilute the culture of the Uyghur population and fragment their unity; expresses its disappointment that EU-Russia human rights consultations have not yielded any substantial results; welcomes the launch in 2009 of human rights dialogues with Indonesia, and the holding of the first dialogue meetings with Georgia and Armenia; considers that while such human rights dialogues bring a welcome focus on human rights issues in the EU's external relations, they cannot be allowed ...165. acht het verheugend dat mensenrechtendialogen zijn aangegaan met elk van de Centraal-Aziatische staten, Tadzjikistan, Kazachstan, Kirgizië, Turkmenistan en Oezbekistan, en dat met deze landen tot november 2009 een tweede
ronde van dialogen werd gevoerd; beschouwt bovendien het eerste EU-Oezbeekse, door maatschappelijke organisaties gehouden seminar over de mensenrechtendialoog in oktober 2008 als heuglijk feit; betreurt het dat de EU-China mensenrechtendialogen nooit enige verbeteringen hebben opgeleverd waar het gaat om specifieke misstan
den in China op het punt van de me ...[+++]nsenrechten; wijst erop dat ondanks het feit dat de Chinese autoriteiten een aantal stappen in de goede richting hebben gezet (hervorming van het arbeidsrecht, herziening van doodvonnissen door het Hoge Volksgerechtshof), de mensenrechtensituatie nog steeds verslechtert en gekenmerkt is door groeiende sociale onrust en een verscherping van de controle van en repressie tegen mensenrechtenverdedigers, advocaten, bloggers en maatschappelijke activisten, alsmede door doelgerichte maatregelen om de Tibetanen en hun culturele identiteit te isoleren; is ernstig bezorgd over het gebrek aan vooruitgang in de Chinees-Tibetaanse dialoog; maakt zich ernstige zorgen over de verslechterende mensenrechtensituatie van de Oeigoerse minderheid in China, veroordeelt de sinds geruime tijd aanhoudende onderdrukking van de Oeigoeren in Oost-Turkestan en betreurt dat de Chinese autoriteiten zich niet houden aan de in de grondwet van de Volksrepubliek China vervatte waarborgen van vrijheden als de vrijheid van meningsuiting, demonstratie, vergadering en godsdienst en de persoonlijke vrijheid; betreurt tevens het volksverhuizingsbeleid van de Volksrepubliek China, dat erop is gericht de cultuur van de Oeigoerse bevolking te verwateren en de eenheid van dat volk te breken; betreurt ook dat het mensenrechtenoverleg EU-Rusland geen concrete resultaten heeft opgeleverd; ziet als heuglijke ontwikkeling dat in 2009 ...