BG. whereas the major enemy of the Eurozone is the divergence of productivity gains among the Member States; whereas these create, in the medium and long term, a divergence in terms of competitiveness that cannot be dealt with by monetary devaluation and leads to harsh and politically unsustainable austerity programs aimed at internal devaluation; whereas systemic corruption in the public sector, which acts as a major impediment for efficiency, foreign direct investment and innovation, is thus preventing the proper functioning of the monetary union;
BG. overwegende dat de verschillen in productiviteit tussen de lidstaten de grootste bedreiging zijn voor de eurozone; overwegende dat deze verschillen op middellange en lange termijn leiden tot een verschil in concurrentievermogen dat niet kan worden opgelost door valutadevaluaties en tot harde en politiek onhoudbare bezuinigingsprogramma's die interne devaluatie ten doel hebben; overwegende dat de stelselmatige corruptie in de overheidssector, die efficiëntie, directe buitenlandse investeringen en innovatie in de weg staat, aldus de goede werking van de monetaire unie belemmert;