G. pointing out that the OSCE Representative on Freedom of the Media referred to monopolisation of television broadcasting, domination of airwaves by the government view, homogenisation of coverage of public issues, non-pluralistic licensing of frequencies, and closing down of broadcasts by Western radio stations known worldwide for providing objective information and diverse points of view,
G. erop wijzend dat de OVSE-Vertegenwoordiger voor vrijheid van de media melding heeft gemaakt van monopolisering van televisie-uitzendingen, overheersende aanwezigheid van het regeringsstandpunt in de ether, homogenisering van berichtgeving over algemene aangelegenheden, niet-pluralistische verlening van zendvergunningen, beëindiging van uitzendingen van radiozenders uit het Westen die over de hele wereld bekend staan om hun objectieve berichtgeving en verscheidenheid van meningen,