Artificially low prices, however, impede competition since potential competitors have no incentive to enter into the relevant segment of the voice telephony market and are contrary to Article 86 of the Treaty, as long as they are not justified under Article 90 (2) of the Treaty as regards specific identified end-users or groups of end-users.
Kunstmatig lage prijzen staan echter in de weg aan de mededinging, omdat potentiële concurrenten geen stimulans ondervinden om toe te treden tot het betrokken segment van de spraaktelefoniemarkt, en zij daarom in strijd met artikel 86 van het Verdrag, voor zover zij niet gerechtvaardigd zijn op grond van artikel 90, lid 2, van het Verdrag ten aanzien van nader omschreven eindgebruikers of groepen eindgebruikers.