3. Living organisms shall be monitored at least once per year by determining the concentration of the following substances in species representative of the site: Ti, Cr, Fe, Ni, Zn, Pb, and by determining the diversity and relative abundance of the benthic fauna, and the presence of morbid and anatomical lesions in fish.
3. Levende organismen worden minstens één maal per jaar onderzocht door enerzijds te onderzoeken welke concentratie van de volgende stoffen aanwezig zijn in voor het terrein representatieve soorten: Ti, Cr, Fe, Ni, Zn, Pb, en anderzijds door de verscheidenhed en relatieve rijkdom van de benthonische fauna te bepalen en na te gan of athologisch-anatomische letsels voorkomen bij vissen.