external imbalances, including those that can arise from the evolution of current account and net investment positions of Member States; real effective exchange rates; export market shares; changes in price and cost developments; and non-price competitiveness, taking into account the different components of productivity.
externe onevenwichtigheden, met inbegrip van deze die het gevolg kunnen zijn van de ontwikkeling van de lopende rekening en de netto-investeringen van de lidstaten, reële toepasselijke wisselkoersen, exportmarktaandelen, veranderingen in de ontwikkeling van prijzen en kosten, en niet-prijsgebonden concurrentievermogen, waarbij rekening moet worden gehouden met de verschillende productiviteitscomponenten.