The first subparagraph of Article 1(1)(a) of Council Directive 98/59/EC of 20 July 1998 on the approximation of the laws of the Member States relating to collective redundancies must be interpreted as meaning that workers employed under a contract concluded for a fixed term or a specific task must be regarded as forming part of the workers ‘normally’ employed, within the meaning of that provision, at the establishment concerned.
Artikel 1, lid 1, eerste alinea, onder a), van richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag, moet aldus worden uitgelegd dat werknemers met een overeenkomst die is gesloten voor bepaalde tijd of voor een bepaald werk, moeten worden aangemerkt als deel uitmakend van de werknemers die „gewoonlijk” werkzaam zijn — in de zin van die bepaling — in de betrokken bedrijfseenheid.