Checking the power-assisted braking and steering systems; checking the condition of the wheels, wheelnuts, mudguards, windscreen, windows and wipers, fluids (e.g. engine oil, coolant, washer fluid); checking and using the instrument panel including the recording equipment as defined in Regulation (EEC) No 3821/85;
Controle van de rembekrachtigings- en de stuurbekrachtigingsinrichting; controle van de wielen, wielmoeren, spatborden, voorruit, ruiten en ruitenwissers, vloeistoffen (bijvoorbeeld motorolie, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof); controle en gebruik van alle onderdelen op het dashboard, inclusief de controleapparatuur als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 3821/85;