1. The competent authority in the executing State shall, as soon as possible and in any case within 20 working days of receipt of the decision on supervision measures and certificate, recognise the decision on supervision measures forwarded in accordance with Article 9 and following the procedure laid down in Article 10 and without delay take all necessary measures for monitoring the supervision measures, unless it decides to invoke one of the grounds for non-recognition referred to in Article 15.
1. De bevoegde autoriteit in de tenuitvoerleggingsstaat erkent, zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen twintig dagen na ontvangst van de beslissing inzake toezichtmaatregelen en het certificaat, de overeenkomstig artikel 9 toegezonden beslissing inzake toezichtmaatregelen, volgens de procedure van artikel 10, en neemt onverwijld alle nodige maatregelen voor het houden van toezicht, tenzij zij besluit zich te beroepen op een van de in artikel 15 vermelde gronden tot weigering van de erkenning.