The service braking system shall enable the driver to control the movement of the vehicle and to halt it safely, speedily and effectively, whatever its speed and load, on any up or down gradient.
De bestuurder moet de beweging van het voertuig met het bedrijfsremsysteem kunnen controleren en het voertuig op veilige, snelle en doeltreffende wijze tot stilstand kunnen brengen, ongeacht de snelheid en de belasting van het voertuig en de stijgende of dalende helling waarop het voertuig zich bevindt.