The maximum distance of ‘Neretvanska mandarina’ plantations from natural sources of open water is 500 metres. The hydrological attributes of the area have resulted in a high groundwater level and elevated relative air humidity, which is particularly marked when the fruit is ripening (in September, October and November). At that time, an optimal supply of water to the plants is of crucial importance for fruit quality.
De maximale afstand tussen een aanplant van de „Neretvanska mandarina” en een natuurlijke waterbron is ongeveer 500 m. Deze hydrologische kenmerken van het gebied leiden tot een hoge grondwaterstand en een hogere relatieve luchtvochtigheid, vooral in de rijpingsperiode (september, oktober, november), wanneer een optimale watertoevoer naar de plant essentieel is voor de kwaliteit van de vrucht.