vehicles used for agricultural, horticultural, forestry, farming or fishery purposes only on the territory of the Member State concerned and mainly on the terrain where such activity takes place, including agricultural roads, forestry roads or agricultural fields;
voertuigen die voor landbouw-, tuinbouw-, bosbouw-, veeteelt- of visserijdoeleinden worden gebruikt, doch alleen op het grondgebied van de betrokken lidstaat en hoofdzakelijk op het terrein waar zulke activiteit plaatsvindt, met inbegrip van landwegen, bospaden of akkers;