8. Notes that media literacy denotes the ability to use individual media unaided, to understand, and bring critical assessment to bear on, the various aspects of media as such and media content, and to communicate – irrespective of the context – and create and disseminate media content; notes in addition that, given the many sources available, what is most important is the ability to separate out information from the new media's flood of data and images and to categorise that information;
8. stelt vast dat mediageletterdheid neerkomt op een aantal vaardigheden; het onafhankelijk kunnen gebruiken van de verschillende media, het kunnen begrijpen van en kritisch kunnen oordelen over de verschillende aspecten van media en media-inhoud, het zelf kunnen communiceren binnen de verscheidenheid aan mediacontexten en het zelf kunnen ontwikkelen en verspreiden van media-inhoud; stelt tevens vast dat het bij een veelheid aan beschikbare bronnen vooral aankomt op de vaardigheid om gericht informatie uit de data- en beeldenstroom van de nieuwe media te filteren en deze informatie in perspectief te zien;