Vertaling van "Implement recent findings related to sports science " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

apply latest findings of sport science | implement recent findings related to sports science | apply latest sport science findings | apply sport science latest findings
laatste bevindingen in de sportwetenschappen toepassen | recentste bevindingen in de sportwetenschappen toepassen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

14. Recalls the investigations conducted on the basis of petitions related to the consequences of failed implementation of the Waste Framework Directive throughout the parliamentary term, and the adoption of the relevant report; recalls the recommendations concerning the lack of proper decision-making as regards landfills and the effect of this on local populations; stresses that the situation is far from having been resolved , given the petitions that have been considered subsequently, particularly in relation to the persistence of toxic fires caused by heavily pollutant industrial waste in some areas of Campania, and to the lack of transparency regarding plans and institutional management in Lazio over the last months, following the scheduled closure of the Malagrotta landfill, which is currently the subject of high-level judicial inquiries; recalls the intensive fact-finding visit to Greece conducted in the autumn of 2013 on this subject which has drawn attention to the shortcomings in the application of the relevant waste-related directives, the lack of progress in waste management as regards plans and systems high up in the waste hierarchy, as well as to the impact on the health of populations in certain areas of Greece; notes that several other petitions on waste management deficiencies have been recently submitted concerning other Member States, particularly in the Valencia region of Spain and in the UK;
14. wijst opnieuw op de onderzoeken die zijn uitgevoerd naar aanleiding van verzoekschriften over de gevolgen van de mislukte uitvoering van de kaderrichtlijn afvalstoffen gedurende de parlementaire zittingsperiode, alsmede op de goedkeuring van het desbetreffende verslag; wijst opnieuw op de aanbevelingen inzake het ontbreken van behoorlijke besluitvorming met betrekking tot stortplaatsen en de gevolgen hiervan voor de plaatselijke bevolking; beklemtoont dat de problemen nog lang niet zijn opgelost, gezien de verzoekschriften die later nog zijn besproken, met name betreffende de aanhoudende giftige branden die in sommige gebieden van Campania worden veroorzaakt door zwaar vervuilend industrieel afval, alsook betreffende het gebrek aan transparantie inzake de plannen en het institutioneel beheer van Lazio in de afgelopen maanden na de geplande sluiting van de stortplaats in Malagrotta, waarover momenteel gerechtelijke onderzoeken op hoog niveau lopen; wijst opnieuw op de intensieve onderzoeksmissie naar Griekenland die in verband met hetzelfde onderwerp in het najaar van 2013 werd uitgevoerd en waarmee de aandacht werd gevestigd op de tekortkomingen bij de toepassing van de relevante afvalrichtlijnen, het gebrek aan vooruitgang in het afvalbeheer wat betreft plannen en systemen bovenaan in de afvalhiërarchie, alsook de ernstige gevolgen voor de gezondheid van de bevolking in bepaalde delen van Griekenland; stelt vast dat er onlangs verschillende andere verzoekschriften zijn ingediend betreffende tekortkomingen in het afvalbeheer in andere lidstaten, met name in de regio rond Valencia in Spanje en in het Verenigd Koninkrijk;

11. Underlines the utmost importance of the fight against corruption and organised crime for the rule of law in the country; welcomes the recent adoption of several laws related to the fight against corruption and encourages the Serbian authorities to focus on their effective implementation; but expresses its concern about the lack of implementation and the increasing influence of the executive branch on the work of independent institutions and the media; points out, in this regard, that the position of Serbia in the Corruption Perception Index has not improved over the last three years; stresses that not only declaratory but genuine political will is needed to combat corruption; encourages the government to build up strong leadership over the anti-corruption processes; equally, welcomes the decision of the Constitutional Court on the unconstitutionality of holding several public functions as a step towards greater transparency in the public sector, lowering the risk of conflicts of interests; underlines, however, that intertwined interests of political parties and private interests sustain systemic corruption, a common problem in the region which continues to be widespread, and calls for a credible record of prosecution of high-level cases and for implementation of an appropriate protection system for the persons who report it; underlines likewise that corruption in the health sector is a particular concern; urges the government to follow up on the findings of high-level and systemic corruption identified by the Anti-Corruption Council and Anti-Corruption Agency as well as to ensure that these agencies have adequate financial and administrative resources to perform their work and to give more high-level support to the anti-corruption strategy;
11. onderstreept het enorme belang van de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad voor het functioneren van de rechtsstaat in het land; is verheugd over de recente goedkeuring van diverse wetten die verband houden met de bestrijding van corruptie, en moedigt de Servische autoriteiten aan zich te richten op een doeltreffende uitvoering daarvan; spreekt echter zijn bezorgdheid uit over de gebrekkige uitvoering en de toenemende invloed van de uitvoerende macht op het werk van onafhankelijke instellingen en de media; wijst er in dit verband op dat Servië op de Corruption Perception Index (CPI) de afgelopen drie jaar niet is gestegen; benadrukt dat niet alleen lippendienst, maar werkelijke politieke wil nodig is om corruptie te bestrijden; moedigt de regering aan om blijk te geven van sterk leiderschap bij de corruptiebestrijding; is evenzo voldaan over het besluit van het Constitutioneel Hof dat het bekleden van verschillende publieke functies in strijd is met de grondwet, omdat dit een stap is naar meer transparantie in de publieke sector, waardoor het risico van belangenverstrengeling wordt verminderd; onderstreept evenwel dat de onderling verweven belangen van politieke partijen en particuliere belangen systemische corruptie in de hand werkt, een veelvoorkomend probleem in de regio dat nog steeds wijdverbreid is, en dringt aan op een geloofwaardige staat van dienst wat betreft de vervolging van belangrijke gevallen en op de instelling van een adequaat beschermingssysteem voor personen die gevallen van corruptie aangeven; benadrukt tevens dat de corruptie in de gezondheidssector bijzonder zorgwekkend is; dringt er bij de regering op aan een vervolg te geven aan de bevindingen over systemische corruptie op hoog niveau, die zijn gemeld door de Raad voor corruptiebestrijding en het Agentschap voor corruptiebestrijding, alsmede om ervoor te zorgen dat deze instanties over voldoende financiële en administratieve middelen beschikken om hun werk uit te v ...

93. Strongly deplores the recent military escalation and the further deterioration of the humanitarian situation in Gaza, expressing at the same time its unconditional sympathy for the civilian population in southern Israel; urges all parties to fully implement UN Security Council resolution 1860 (2009) with a view to securing a permanent ceasefire; underlines the urgent need for effective accountability in cases of violations of international humanitarian law; welcomes in this regard the decision of the UNHRC to appoint an independent fact-finding mission to investigate war crimes and serious human rights violations by all sides during the recent conflict in Gaza; urges all parties to cooperate with the UN human rights investigators; takes note of the commitment of the External Relations Council of 27 January 2009 to follow those investigations closely and asks the Commission to decide, in close consultation with the Member States, on the further action to be taken once the findings are known;
93. betreurt ten zeerste de recente militaire escalatie en de verdere verslechtering van de humanitaire situatie in Gaza, maar spreekt tegelijkertijd zijn onvoorwaardelijke sympathie uit voor de burgerbevolking in het zuiden van Israël; dringt bij alle partijen aan op volledige tenuitvoerlegging van resolutie 1860(2009) van de VN-Veiligheidsraad, teneinde een permanent staakt-het-vuren te verzekeren; onderstreept dat een daadwerkelijke verantwoordingsplicht in gevallen van schendingen van internationale mensenrechten dringend gewenst is; is dan ook ingenomen met het besluit van de UNHRC om een onafhankelijke onderzoeksmissie in te stellen om de door alle partijen in het recente conflict in Gaza gepleegde ernstige mensenrechtenschendingen te onderzoeken; dringt er bij alle partijen op aan met de mensenrechtenonderzoekers van de VN samen te werken; neemt kennis van de toezegging van de Raad Buitenlandse Betrekkingen van 27 januari 2009 om deze onderzoeken op de voet te volgen en verzoekt de Commissie om, in nauw overleg met de lidstaten, vast te stellen welke maatregelen moeten worden genomen wanneer de feiten bekend zijn;

(3) Whereas missions on BSE-related issues have been carried out in Portugal by the Commission Office for Veterinary and Phytosanitary Inspection and Control from 7 to 12 July 1996 and by the Food and Veterinary Office of the Commission from 15 to 21 June 1997 and from 11 to 15 May 1998; whereas those missions contributed to the assessment of the application and effectiveness of measures to protect against BSE; whereas those missions concluded that, despite important improvements, not all risk factors were adequately managed; whereas a follow-up mission was conducted by the food and Veterinary Office from 28 September to 2 October 1998; whereas that mission confirmed most of the findings of the previous missions and observed, despite an overall improvement, certain continued shortcomings in the enforcement of the measures to control the risk factors; whereas the sharp increase in the incidence of BSE, in particular since June 1998, raises serious concerns with regard to the development of the disease in the near future; whereas on the basis of that mission it is concluded that due to deficiencies existing until very recently in the implementation of Community legislation on identification and registration of animals, and of measures on TSE surveillance and BSE eradication, no adequate guarantees can be provided regarding the BSE history of the herds of origin and herds through which bovine animals pass and regarding the dams of bovine animals;
(3) Overwegende dat het Bureau voor veterinaire en fytosanitaire inspecties en controles van de Commissie in de periode van 7 tot en met 12 juli 1996, en het Voedsel- en Veterinair Bureau van de Commissie in de periode van 15 tot en met 21 juni 1997 en in de periode van 11 tot en met 15 mei 1998 in Portugal inspectiebezoeken hebben verricht met betrekking tot met BSE verband houdende problemen; dat die inspectiebezoeken hebben bijgedragen tot de evaluatie van de toepassing en de doeltreffendheid van de maatregelen ter bescherming tegen BSE; dat die inspectiebezoeken tot de slotsom hebben geleid, ondanks aanzienlijke verbeteringen, dat niet alle risicofactoren op adequate wijze werden aangepakt; dat het Voedsel- en Veterinair Bureau van 28 september tot en met 2 oktober 1998 een follow-upinspectiebezoek heeft verricht; dat dit inspectiebezoek een bevestiging opleverde van het merendeel van de bevindingen van de vorige inspecties en dat daarbij werd geconstateerd dat, ondanks een algemene verbetering van de situatie, er nog steeds bepaalde tekortkomingen bestaan op het stuk van het doen naleven van de maatregelen die ertoe dienen om de risicofactoren in de greep te krijgen; dat de sterke stijging van de BSE-incidentie, vooral sedert juni 1998, aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de ontwikkeling van de ziekte in de nabije toekomst; dat op basis van dit inspectiebezoek is geconcludeerd dat wegens het nog tot zeer onlangs bestaan van tekortkomingen bij de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving inzake identificatie en registratie van runderen, evenals bij de toepassing van de maatregelen inzake bewaking van TSE en uitroeiing van BSE, er geen adequate garanties kunnen worden gegeven ten aanzien van de BSE-antecedenten van de beslagen van oorsprong, van de beslagen langs waar runderen passeren, en van doorvoer en van de moederdieren van runderen;