Each Member State shall, within its own institutional, legal and financial system, choose and designate the most representative partners at national, regional, local or other level referred to in the first indent through as wide an association as possible, including where appropriate the bodies active in the field of environment and in the promotion of equality between men and women.
Elke lidstaat wijst, in het kader van zijn eigen institutionele, juridische en financiële stelsel, de op nationaal, gewestelijk, het plaatselijk of ander vlak meest representatieve partners als bedoeld in de eerste alinea aan, en streeft daarbij naar een zo breed mogelijke deelneming, die, zo nodig, ook de instanties omvat, die op het gebied van het milieu en de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen werkzaam zijn.