Must Directive 98/34/EC (1) be interpreted as precluding the imposition of penalties for the intermediation of bets on sporting competitions via a gaming machine, without a German authorisation, on behalf of a betting organiser licensed in another EU Member State, where the interventions by the State are based on a law, not notified to the European Commission, which was adopted by an individual Land and has as its content the expired Staatsvertrag zum Glücksspielwesen (State Treaty on Gaming) (‘the GlüStV’)?
Moet richtlijn 98/34/EG (1) aldus worden uitgelegd, dat zij in de weg staat aan het opleggen van een sanctie voor het zonder Duitse vergunning verlenen van bemiddeling bij het afsluiten van sportweddenschappen, via een weddenschapsterminal, bij een in een andere lidstaat vergunninghoudende organisator van weddenschappen, indien het optreden van de overheid berust op een niet aan de Europese Commissie meegedeelde wet van een enkel Land, die het verstreken Staatsvertrag zum Glücksspielwesen (overeenkomst tussen de Länder inzake kansspelen) tot inhoud heeft?