Member States may decide that the share of energy from biofuels produced from crops grown as main crops primarily for energy purposes on agricultural land, other than cereal and other starch-rich crops, sugars and oil crops, does not count towards the limit set out in the first subparagraph of this point, provided that:
De lidstaten kunnen bepalen dat het aandeel van energie uit biobrandstoffen die worden geproduceerd uit andere gewassen die als hoofdgewas primair voor energiedoeleinden op landbouwgrond worden geteeld, dan granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen, niet wordt meegerekend met het oog op het in de eerste alinea van dit punt vastgestelde maximum, mits: