(c) They belong to a plant genus or family known to commonly harbour pests without signs and symptoms of those pests, or with a latent period for the expression of those signs or symptoms of at least three months, implying that the presence of pests on those plants for planting is likely to be missed during official controls at introduction into the Union territory, without recourse to sampling and testing or submission to quarantine procedures.
c) Zij behoren tot een plantengeslacht dat of een plantenfamilie waarvan bekend is dat zij gewoonlijk drager zijn van plaagorganismen zonder tekenen en symptomen van die plaagorganismen te vertonen, of althans met een latentieperiode van ten minste drie maanden voordat die tekenen of symptomen zichtbaar worden, wat betekent dat de aanwezigheid van plaagorganisme op die voor opplant bestemde planten waarschijnlijk wordt gemist bij officiële controles bij het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie waarbij geen monsters worden genomen of tests worden uitgevoerd noch quarantaineprocedures worden toegepast.