20. Notes the impo
rtance given to the link between terrorism and human rights at the 31
session; condemns once more the attacks by the organisation
styled ‘the Islamic state’ and all other terrorist organisations and expresses its most sincere condolences to the victims of these crimes and their families; stresses that the figh
t against terrorism must not under ...[+++] any circumstances serve as a pretext for restricting personal freedoms and fundamental rights; believes that the ‘warlike’ response by the Western countries – above all the EU and the US – far from reducing the terrorist threat only aggravates the spiral of violence; reiterates that an effective plan to fight against terrorism cannot be implemented until such time as we put a stop to the funding of terrorist organisations, including by suspending all trade or partnerships agreements with countries supporting these organisations; emphasises, furthermore, the importance of strengthening public intelligence, security and justice services, but also the need to implement prevention programmes and establish centres funded by governments to detect at an early stage the recruitment methods of terrorist sects, put an end to the recruitment channels and allow the rehabilitation of persons recruited by these organisations; recalls that the right to safety and security is fundamental and condemns any public policy seeking to discriminate against part of the population on the basis of its origin or religion; 20. neemt kennis van het belang dat tijdens die 31ezitting aan de relatie tussen terrorisme en de mensenrechten wordt toegekend; veroordeelt opnieuw de aanslagen die door de organisatie "Islamitische Staat" gepleegd zijn en alle terroristische organisaties, en spreekt zijn diepe medeleven uit met de slachtoffers van deze misdaden en hun naasten; onderstreept dat de bestrijding van terrorisme in geen geval als voorwendsel mag dienen om de individuele vrijheden en fund
amentele rechten te beperken; is van oordeel dat het "oorlogszuchtige" antwo
ord van de westerse landen ...[+++] — met de Europese Unie en de Verenigde Staten voorop — in plaats van de terroristische dreiging terug te dringen, het geweld verder alleen maar aanwakkert; benadrukt opnieuw dat een doeltreffend plan ter bestrijding van het terrorisme slechts uitgevoerd kan worden wanneer men de financiering van terroristische organisaties stopzet, met name door alle handelsovereenkomsten of partnerschappen op te schorten met de
landen die deze organisaties steunen; benadrukt onder meer het belang om de inlichtingendiensten, de veiligheidsdiensten en de justitiële diensten te versterken, maar ook de noodzaak dat de overheden preventieprogramma's en financiële centra opzetten om actief de ronselmethoden van terroristische sekten op te sporen, een einde te kunnen maken aan het ronselen en de re-integratie van geronselden mogelijk te maken; herinnert eraan dat niet alleen het recht op veiligheid maar ook op beveiliging fundamenteel is en veroordeelt elk overheidsbeleid dat erop gericht is om een deel van de bevolking op grond van afkomst of godsdienstige overtuiging te discrimineren;