1. Considers it imperative that an EU policy geared to economic and social cohesion should address the syndrome of peripherality stemming from two categories of characteristics: structural deficiencies in key factors of competitiveness, due to low per capita income, lack of innovative capacity, low level of environmental capital and high cost of services, and regional disparities; .
1. Acht het onontkoombaar dat een EU-beleid gericht op economische en sociale cohesie het periferiesyndroom aanpakt, dat twee soorten kenmerken heeft: structurele tekorten bij de belangrijkste concurrentiefactoren, als gevolg van een laag inkomen per hoofd van de bevolking, een gebrek aan innovatief vermogen, een laag niveau van milieukapitaal en hoge kosten voor dienstverlening, en regionale verschillen.