3. Believes that compliance with privacy and data protection rules should be guaranteed by national supervisory authorities, a common EU authority, to which citizens will have the right to appeal, and the Court of Justice; maintains that Parliament should also be consulted on, and have decision-making powers in respect of, all proposals concerning or having an impact on the protection of privacy within the EU, such as international agreements involving its bodies, adequacy findings and so on;
3. gelooft dat de eerbiediging van regels inzake privacy- en gegevensbescherming moet worden gewaarborgd door nationale toezichthoudende instanties en door een gemeenschappelijke EU-instantie, waar alle burgers klachten kunnen indienen, en door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; is bovendien van mening dat het Europees Parlement moet worden geraadpleegd met de bevoegdheid een besluit te nemen over ieder voorstel dat betrekking heeft op of gevolgen heeft voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de EU, zoals door EU-organen gesloten internationale overeenkomsten, adequacy findings, enz.;