2. In the circumstances referred to in paragraph 1, Member States shall, in cooperation with the NGOs most closely involved and best reputed, and with the relevant public and healthcare bodies, meet the special needs of applicants and their accompanying family members who are pregnant women, minors, mentally ill persons, disabled persons or victims of rape or other forms of gender related violence.
2. In de in lid 1 bedoelde omstandigheden komen de lidstaten, in samenwerking met de meest betrokken en erkende NGO's en met de relevante overheidsinstanties en gezondheidszorgorganen, tegemoet aan de bijzondere behoeften van de asielzoekers en de hen vergezellende gezinsleden die zwanger, minderjarig, geestesziek of gehandicapt zijn of die het slachtoffer zijn van verkrachting of andere vormen van geslachtsgerelateerd geweld.