29. Calls on the Member States, their managing authorities and the Commission to include housing stakeholders, residents’ associations and associations for access to housing among their closest interlocutors for the drawing up, monitoring and assessment of partner
ship agreements and operational programmes; stresses th
e importance of new integrated development tools (Community-Led Local Development and Integrated Territorial Invest
...[+++]ment) for integrated housing strategies in which social housing organisations and occupants would figure prominently; believes that the Structural and Cohesion Funds must make effective use of both the partnership and the multi-level governance principles and that the Member States must be encouraged to cooperate with local and regional authorities to set priorities and determine how the funding should be used; considers that greater synergies between the Structural and Cohesion Funds could encourage the sustainable development of disadvantaged or rural areas, preventing their isolation and depopulation, thus avoiding the negative effects of social segregation and promoting heterogeneity, social cohesion and gender equality; 29. vraagt de lidstaten, hun beheersautoriteiten en de Commissie er nauwlettend op toe te zien dat de actoren op het terrein van huisvesting, de bewonersverenigingen en de verenigingen die de toegang tot huisvesting bevorderen, worden opgenomen in de lijst van sociale partners voor de uitwerking, monitoring en evaluatie van partnerscha
psovereenkomsten en operationele programma's; benadrukt het nut van nieuwe instrumenten voor geïntegreerde ontwikkeling ("
community-led local development" en geïntegreerde territoriale investeringen) vo
...[+++]or geïntegreerde strategieën ter bevordering van de huisvesting waarin de sociale huisvestingsmaatschappijen en bewoners een doorslaggevende rol vervullen; is van mening dat met betrekking tot de structuurfondsen en het Cohesiefonds de beginselen van partnerschap en meerlagig bestuur efficiënt moeten worden toegepast en dat de lidstaten dienen te worden aangezet tot samenwerking met lokale en regionale overheden om prioriteiten te stellen en te besluiten hoe de middelen moeten worden besteed; is van mening dat bevordering van de synergieën tussen de structuurfondsen en het Cohesiefonds de duurzame ontwikkeling van achtergestelde of landelijke gebieden ten goede kan komen en kan voorkomen dat zij geïsoleerd en ontvolkt raken, waardoor de negatieve gevolgen van sociale segregatie worden voorkomen en heterogeniteit, sociale cohesie en gendergelijkheid worden gestimuleerd;