3. Points out that, according to the Eurostat ‘at-risk-of poverty’ indicator, nearly 85 million persons in the European Union were at risk of poverty in 2008, and that according to the ‘material deprivation’ indicator it is
estimated that the figure would rise to 120 million; considers that the Council’s decision on poverty indicators may give rise to ambiguities concerning the overall reduction target of lifting 20 million persons out of poverty and exclusion by 2020 (reduction of 23.5 % according to Eurostat’s ‘at-risk-of poverty indicator’, but only 16.7 % according to the ‘material deprivation’ indicator); stresses that those livin
...[+++]g in poverty are for the most part women, a situation brought about by unemployment, casual labour, low wages, pensions below the minimum subsistence level, and the widespread difficulty of obtaining access to good public services; 3. wijst erop dat er volgens de Eurostat-indicator voor armoedegevaar in 2008 bijna 85 miljoen mensen in de Europese Unie gevaar liepen om in armoede te vervallen, en dat dat cijfer volgens de indicator materiële achterstand tot naar schatting 120 miljoen mensen zou stijgen; meent dat het besluit van de Raad over armoede-indicatoren aanleiding tot dubbelzinnigheid over het streefdoel kan geven, om tegen 2020 in totaal 20 miljoen mensen uit armoede en isolement te tillen (een vermindering van 23,5% volgens de Eurostat-indicator voor armoedegevaar, maar slechts 16,7% volgens de indicator voor materiële achterstand); wijst erop dat de personen die in de Europese Unie in armoede leven voor het merendeel vrouwen zijn, en dat de werkloosheid, p
...[+++]recaire arbeidsvoorwaarden, lage lonen, lage pensioenen waarvan het bedrag onder het bestaansminimum ligt en de moeilijke toegang tot goede openbare diensten hier debet aan zijn;