58. States that the present education and training systems are not sufficient to prevent a high drop-out rate of people with disabilities without additional public policies offering specific learning
support, since the figure relating to the Europe2020 objective represents a reduction to less than 10%; stresses that this leads to significant social and employment disadvantages, and resulting poverty, among people with disabilities, especially during the present economic crisis; stresses, given the high drop-out rate of persons with disabilities and in the light of the Council Conclusions of 11 May 2010 on the social dimension of educat
...[+++]ion and training, the need to invest in and promote effective (including alternative) educational and (vocational) training programmes that are tailored to the needs, attributes and abilities of persons with disabilities, and notes that this calls for the availability of an adequate number of qualified and motivated professionals with sound and suitable programmes, as well as the availability of such programmes in the curricula of all vocational education and training and higher education establishments, including in extra-curricular programmes for people with disabilities, in order to combat negative attitudes towards children with disabilities and for them to obtain adequate qualifications for the modern and open labour market; calls on the Member States and the Commission to enable persons with disabilities to have better access to information about existing mobility and education programmes as well as equal access to Lifelong Learning programmes; notes, this being the case, that mainstreaming of anti-discrimination in Europe2020 and its flagship initiatives is needed in order to fulfil Article 24 of the UN CRPD; 58. verklaart dat de huidige onderwijs- en opleidingssystemen niet voldoen om het hoge uitvalpercentage van mensen met een handicap te voorkomen zonder extra beleidsmaatregelen van de overheid die voorzien in specifieke leerondersteuning, aangezien in verband met de doelstelling van de EU-2020-strategie een vermindering van het uitvalpercentage tot minder dan 10% wordt genoemd; benadrukt dat dit leidt tot een sterk benadeelde positie, maatschappelijk en op de arbeidsmarkt, met armoede als gevolg voor mensen met een handicap, vooral in de huidige economische crisis; wijst, gezien de hoge schooluitval onder mensen met een handicap, en in het licht van de conclusies van de Raad van 11 mei 2010 over de sociale dimensie van onderwijs en opleid
...[+++]ing, op de noodzaak om te investeren in en te werken aan de bevordering van (alternatieve) onderwijs- en (beroepsmatige) opleidingsprogramma's die zijn aangepast aan de behoeften, kenmerken en capaciteiten van mensen met een handicap, en merkt op dat dit betekent dat er voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten beschikbaar moeten zijn met degelijke en adequate programma's, alsook dat deze programma's beschikbaar moeten zijn in de curricula van alle hogere instellingen voor beroepsonderwijs en –opleiding en hoger onderwijs, en ook in programma's buiten het curriculum voor mensen met een handicap, om de negatieve houding ten aanzien van kinderen met een handicap te bestrijden en ervoor te zorgen dat zij adequate kwalificaties kunnen verwerven voor de moderne en open arbeidsmarkt; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan mensen met een handicap in staat te stellen betere toegang te hebben tot informatie over bestaande mobiliteits- en onderwijsprogramma's alsook gelijke toegang tot programma's voor levenslang leren; merkt op dat tegelijk moet worden gezorgd voor mainstreaming van anti-discriminatie in de EU-2020-strategie en de kerninitiatieven, om te voldoen aan artikel 24 van het VN-Verdrag;