4. Believes that inter-regional agreements can usefully supplement the multilateral system, provided they are wide-ranging and ambitious, going well beyond tariff reductions and dealing with the qualitative conditions associated with trade, including effective provisions on human rights, and social and environmental standards; believes that, if an inter-regional agreement proved impractical, it would be essential for bilateral negotiations to have a common framework with only the coverage of the agreement and the transition periods varying;
4. meent dat interregionale overeenkomsten een zinvolle aanvulling kunnen vormen op het multilaterale stelsel, op voorwaarde dat zij breed opgezet en ambitieus zijn, zich niet tot tariefverlagingen beperken en betrekking hebben op kwalitatieve voorwaarden in verband met handel, met inbegrip van doeltreffende bepalingen inzake mensenrechten en sociale en ecologische normen; is van mening dat, mocht een interregionale overeenkomst in de praktijk niet werkbaar blijken te zijn, het voor bilaterale onderhandelingen van essentieel belang is dat er een gemeenschappelijk kader bestaat waarbij alleen het toepassingsgebied van de overeenkomst en de overgangsperioden variëren;