7. Recalls that one of the major threats to the EU’s internal security is organised crime,
including mafias; notes with satisfaction the progress made by the Member States and the Commission as pa
rt of the EU policy cycle on organised and serious international crime and calls on the Member States for renewed commitment and appropriate resources; takes the view that common legal standards and operating tools should be promoted, such as seizures, European Investigation Orders and joint investigation teams; considers it necessary to s
...[+++]tep up judicial and police cooperation between the Member States and the EU, and with non-EU countries, without prejudice to legislation and to the EU’s international obligations with regard to fundamental freedoms and rights, the rule of law and protection of the personal data and private life of citizens and residents of the EU, and calls for the European Parliament to play a key role in assessing and formulating internal security policies, as they have a strong impact on the fundamental rights of all people living in the EU; stresses accordingly the need to ensure that these policies fall within the competence of the only European institution which is elected by direct suffrage to scrutinise and exercise democratic control over the EU’s policies in the context of the Area of Freedom, Security and Justice; 7. herinnert eraan dat georganiseerde criminaliteit, waaronder de maffia, een van de grootste bedreigingen vormt voor de interne veiligheid van de EU; stelt tevreden vast dat de lidstaten en de Commissie vooruitgang hebben geboekt in het kader van de EU-beleidscyclus ter bestrijding van de georganiseerde en zware internationale criminaliteit en verzoekt de lidstaten om een hernieuwd engagement en toereikend
e middelen; is van mening dat gemeenscha
ppelijke wettelijke normen en operationele instrumenten moeten worden bevorderd, zoals beslagleggingen, Europese onderzoeksbevelen
...[+++] en gemeenschappelijke onderzoeksteams; is van mening dat de politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten en de Europese Unie, evenals met derde landen, moet worden versterkt, met inachtneming van het internationaal recht en de internationale verplichtingen van de EU op het gebied van de fundamentele vrijheden en de grondrechten, de bescherming van de persoonsgegevens en het privéleven van de burgers en ingezetenen van de Unie, en eist dat het Europees Parlement een cruciale rol speelt bij de evaluatie en de vaststelling van het interneveiligheidsbeleid van de Unie omdat dit beleid verstrekkende gevolgen heeft voor de grondrechten van alle personen die in de EU leven; benadrukt dat ervoor gezorgd moet worden dat dit beleid onder de bevoegdheid valt van de enige Europese instelling die via directe verkiezingen wordt gekozen om het EU-beleid in het kader van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te onderwerpen aan democratische toetsing en controle;